Hulp voor naasten
Ouders van jongeren met een (beginnende) verslaving
Heb je vragen over het middelengebruik of mogelijk verslavende gedrag van je zoon of dochter? Heeft jouw kind een verslaving en heb je behoefte aan begrip, houvast en rust? Dan kan je terecht bij Tactus.
Tactus heeft een aantal verschillende hulpbronnen voor ouders die zich zorgen maken om het gedrag en middelengebruik van hun kinderen:
Informatie over middelen- en gedragsverslavingen
Het helpt om meer te weten over het gebruik van drank, drugs of gedrag zoals gamen en gokken. Daarom bieden we veel informatie hierover op deze website. Deze vind je op de pagina Verslaving.
Informatie voor jongeren
Het kan wellicht helpen om jouw zoon/dochter te wijzen op betrouwbare informatie over verslavingen. Tactus heeft speciaal voor jongeren een pagina met begrijpbare informatie over drank, drugs en andere verslavingen: www.tactus.nl/jeugd.
Gesprekkentraject voor jongeren
Moti-4 is een gesprekkentraject voor jongeren van 14 t/m 24 jaar die in de problemen dreigen te raken door middelengebruik, gokken of gamen. De stap naar de reguliere hulpverlening is voor deze jongeren vaak groot. Ze zijn niet gemotiveerd of hebben geen hulpvraag. Voor deze jongeren is er het laagdrempelige traject Moti-4. Lees meer op www.moti4.nl.
Veelgestelde vragen over opvoeding
Veelgestelde vragen
In het kort
Verbieden kan tot een bepaalde leeftijd of in bepaalde omstandigheden best effect hebben, maar heeft wel het risico dat kinderen dingen stiekem gaan doen, zeker naarmate ze ouder worden. Beter is het om het onderwerp bespreekbaar te maken.
Verdere uitleg
In het geval van het verbieden van drugs hangt het effect van het verbod af van hoe belangrijk het voor je kind is. De kans dat je kind het stiekem gaat gebruiken is groot, zeker naar mate het ouder wordt. Je kunt je kind onmogelijk opsluiten in een glazen kooitje om het zo af te schermen van seks, drugs en Rock&Roll. Je kunt het wel proberen maar of je kind gelukkig wordt van zo’n beschermd leven is de vraag.
Een kind wil ontdekken. Het kijkt om zich heen en hoort en ziet van alles dat nieuw en spannend is. Je bent daar niet altijd bij en je kan je kind niet behoeden voor vriendjes die vertellen hoe ‘gaaf’ het is om te blowen en hoe ‘relaxt’ je ervan wordt. Je kind denkt: er zullen wel leuke kanten zitten aan blowen. En dat maakt nieuwsgierig, ondanks dat je herhaaldelijk hebt gezegd dat drugs slecht zijn en hij/zij absoluut geen drugs mag gebruiken. De kans dat je kind het op een gegeven moment toch een keer wil proberen is groot, evenals de kans dat hij dit voor je verzwijgt. Je begrijpt immers toch niet dat drugs gebruiken ook leuk kan zijn.
Beter is het om het onderwerp bespreekbaar te maken en het ook eens te hebben over de redenen waarom mensen drugs gebruiken. Naar aanleiding van zo’n gesprek kun je afspraken maken met je kind en het begeleiden in het maken van keuzes. Want uiteindelijk moet je kind zelf beslissen of hij/zij al dan niet drugs gaat gebruiken.
Op school wordt het onderwerp ook bespreekbaar gemaakt. In de basisscholen wordt al vaak over alcohol en tabak gesproken. Dat gebeurt ook in de eerste klassen van het voorgezet onderwijs. In de tweede klas gaat het vaak over hasj & wiet en in de derde klas over XTC.
Meer tips te vinden op:
Het fenomeen verslaving is van alle tijden. Alcoholisme, drugs- en seksverslaving bestaan al zo’n beetje sinds mensenheugenis, maar ook relatief nieuwe vormen van verslaving zoals obsessief gamen en internetten zorgen voor grote problemen.
Maar eigenlijk komen alle vormen van verslaving op hetzelfde neer: een toestand waarin een persoon fysiek en/of mentaal afhankelijk is van een gewoonte of een stof. Het zorgt voor steeds kortere perioden van gelukzaligheid die de verslaafde in een steeds dieper dal brengen.
In het filmpje Nuggets op Youtube wordt getracht de werking van een verslaving op een simpele, maar toch confronterende wijze te illustreren.
In de hoofdrol zien we een kiwi-vogel met een voorliefde voor magische goudklompjes die hem naar hogere sferen doen stijgen. Deze klompjes worden meer en meer een obsessie, en het gelukzalige gevoel wordt korter en korter. Uiteindelijk wordt de wereld om de kiwi heen steeds grauwer, en vindt hij zichzelf aan het einde van het filmpje alleen in het donker…
In het kort
Of je matig blijft gebruiken of dat gebruik problematisch wordt, heeft met drie zaken te maken:
- de drug zelf (middel)
- de manier waarop iemand gebruikt (mens)
- de omgeving (maatschappij)
Als alle drie M’s van toepassing zijn, is de kans groot dat je in de problemen raakt.
Verdere uitleg
Middel
De ene drug is verslavender dan de andere. De ene drug veroorzaakt vooral geestelijke afhankelijkheid, de andere zowel geestelijke als lichamelijke afhankelijkheid. De ene drug brengt allerlei lichamelijke schade mee, de andere weer veel minder.
Het type drug dat je gebruikt bepaalt mede of je in de problemen komt. Met heroïne kom je vrijwel altijd in de problemen, ook tabak leidt vrijwel altijd tot verslaving.
Mens
Iedere mens is anders en ieder mens heeft weer andere redenen om te gaan gebruiken. Je kunt om positieve of om negatieve redenen gebruiken.
Gebruik je om positieve redenen dan zie je drugs ‘als extraatje’ en gebruik je omdat je het lekker vindt of omdat je een gezellige tijd met vrienden wilt hebben. Er zal over het algemeen niet zoveel aan de hand zijn.
Gebruik je om negatieve redenen dan zie je drugs niet zozeer als een extraatje maar gebruik je het als een middel ter verlichting van de problemen die je hebt. Je baalt, bent angstig of ziet het niet meer zitten en gaat drugs gebruiken om even van deze gevoelens af te komen. Je gebruik wordt een vlucht. Heb je negatieve redenen om drugs te gebruiken, dan zul je veel sneller in de problemen raken.
Matige of recreatieve gebruikers zijn meestal goed op de hoogte van de risico’s en zorgen ervoor dat ze die risico’s zoveel mogelijk beperken. Ze gebruiken af en toe. Mensen die met drugs in de problemen raken, gaan op een andere manier met drugs om. Zij houden weinig rekening met de risico’s en doen geen moeite om die risico’s te beperken. Ze gebruiken niet af en toe maar vaak tot soms dagelijks toe.
Maatschappij
De maatschappij of omgeving tenslotte speelt ook nog een belangrijke rol. Een positieve omgeving; prettig wonen, het hebben van vrienden die niet of weinig gebruiken, het hebben van goed contact met ouders, helpt voorkomen dat druggebruik problematisch wordt. Een negatieve omgeving; vervelende woonomgeving, een vriendenkring die veel drugs gebruikt, een slecht contact met ouders, kunnen ertoe bijdragen dat druggebruik problematisch wordt.
Ook de overheid maakt deel uit van de omgeving. Maakt de overheid wel of niet regels die de risico’s van druggebruik helpen beperken. Zo zijn er in Nederland weliswaar coffeeshops waar hasj en wiet verkocht mag worden maar de coffeeshops moeten zich wel aan een aantal regels houden. Zoals: geen verkoop aan mensen jonger dan 18 jaar, geen harddrugs, geen reclame en geen verkoop van meer dan 5 gram per persoon per dag. Voor mensen die XTC gebruiken bestaat de mogelijkheid om pillen te testen. Ook mag het op houseparty’s niet te heet zijn, moet er drinkwater aanwezig zijn en wordt er voorlichting gegeven. Allemaal maatregelen die de risico’s helpen beperken.
Bespreekbaar maken
Als je kind drugs wil gebruiken let dan op de motieven en bespreek waarom hij/zij wil gebruiken. Is hij/zij nieuwsgierig of hoopt hij dat drugs je bijvoorbeeld minder onzeker zullen maken? Stimuleer je kind om kritisch te zijn naar zichzelf. Wil je kind er niet met je over praten, probeer hem/haar te bewegen om erover te praten met mensen die ze vertrouwen en maak duidelijk dat ze nooit iets tegen hun zin moeten gebruiken.
Met experimenteren is op zich niet zo veel mis. Het hoort bij opgroeien en bij het ontdekken van de wereld. Heel veel mensen die geëxperimenteerd hebben met drugs, houden het ook bij dat experiment.
Druggebruik is te zien aan algemene veranderingen zoals:
- stemmingwisselingen
- veranderingen in levensstijl zoals ineens andere vrienden krijgen en geld anders besteden
- verandering in prestaties; bijvoorbeeld op school of bij sport
Afhankelijk van de drug zijn er ook specifieke kenmerken zoals; pupillen die groter worden, kleur van het gezicht dat verandert, actief of juist passief worden, etc.
In het algemeen kun je het beste via een gesprek het druggebruik bespreekbaar maken. Probeer geen verwijtende toon aan te slaan en dreig niet met een verbod. Dan houdt het gesprek vaak snel op. Het is belangrijk om eerst te horen waarom je kind ermee bezig is en wat er zo leuk aan is.
Omgeving en opvoeding spelen ook zeker een rol. Het maakt nogal wat uit of je uit een gezin komt waar alcohol en roken de normaalste zaak van de wereld is of dat je ouders niets moeten hebben van middelen. De voorbeelden die je als kind krijgt, zijn sterk bepalend voor je gedrag.
Verslaving is dus een chronische ziekte met biologische, persoonlijke en sociale oorzaken én gevolgen. De een raakt dan ook sneller verslaafd dan de ander. Door veel en langdurig gebruik van verslavende stoffen kunnen onherstelbare veranderingen in de hersenen optreden. Hierdoor kan een blijvende hunkering naar drugs of alcohol blijven bestaan.
Terugval is kenmerkend bij verslavingsproblemen. Behandeling richt zich dan ook grotendeels op het onder controle krijgen van het gebruik en het leren voorkomen en omgaan met een terugval. Daarnaast wordt gewerkt aan herstel op persoonlijk en sociaal-maatschappelijk niveau.
In het kort
Het is over algemeen beter om al over alcohol en drugs te praten voordat je kind er via vrienden of via allerlei stoere verhalen van hoort. Voorlichting over drugs op school gaat overigens niet alleen over drugs maar ook over vaardigheden zoals het tegen elkaar kunnen afwegen van de voor- en nadelen, een goede beslissing kunnen nemen, nee durven zeggen tegen vrienden, omgaan met problemen.
Verdere uitleg
Je bent misschien wel bang dat, als ze er in klas over horen, je kind juist daardoor nieuwsgierig wordt en het wil uitproberen. Dit klopt niet. Er is veel onderzoek gedaan naar hoe je het beste alcohol- en drugvoorlichting kunt geven.
Vroeger dacht men, maak kinderen maar goed bang, dan blijven ze er wel van af. Deze methode bleek averechts te werken. Sommigen vonden het daardoor juist spannend worden, anderen vonden de voorlichting ongeloofwaardig en onbetrouwbaar. Dat was ernstig, omdat de gegeven informatie die wel juist was ook niet geloofd werd.
Vervolgens besloot men de voorlichting vooral te baseren op feiten; wat zijn drugs, welke effecten hebben ze en welke risico’s etc. Deze methode had meer effect, maar gaf ook niet het gewenste resultaat.
De derde methode, die ook in Nederland toegepast wordt, gaat niet alleen in op feiten, maar besteed ook aandacht aan het ontwikkelen van bepaalde vaardigheden. Vaardigheden zoals: een beslissing kunnen nemen, nee kunnen zeggen, informatie kunnen zoeken, om kunnen gaan met problemen. Deze methode blijkt het meest effect te hebben.
Tip
Misschien kun jij je kind vragen, wat zij op school gehad hebben over alcohol en drugs. Dat kan een leuke aanleiding zijn voor een gesprek.
In het kort
Het gedrag van een ouder heeft altijd invloed op het gedrag van kinderen. Ze zeggen wel eens: ‘een goed voorbeeld doet goed volgen’. Je kunt ook een slecht voorbeeld geven. Gelukkig betekent dat niet dat dat altijd overgenomen wordt. Belangrijk is dan, dat je er als ouder eerlijk over bent. Dat je eerlijk bent over de verkeerde manier waarop je met alcohol of tabak omgaat. Je kind leert dan ook waar de valkuilen kunnen liggen.
Verdere uitleg
De kans is groot dat jouw drinkgewoonten als vanzelfsprekend door je kinderen worden overgenomen. Dus als je verstandig met drank omgaat, kan dat positief uitpakken. Als je een slecht voorbeeld geeft, kan dat ook verkeerd uitpakken. Als je bijvoorbeeld drinkt om spanningen kwijt te raken, dan kan je kind al snel denken dat je drank daarvoor kunt gebruiken. Toch hoeft je je niet meteen schuldig te voelen. Je moet je wel bewust zijn van hoe je met alcohol en drugs omgaat.
Belangrijk is om bij het praten over alcohol en drugs dat op een zo’n open mogelijke manier te doen. Als je verstandig met alcohol omgaat kun je vertellen, hoe je met de risico’s omgaat. Dat je bepaalde afspraken met uzelf heeft gemaakt zoals niet drinken als je nog moet werken, sporten, autorijden of andere belangrijke dingen moet doen. Als je op een onverstandige manier middelen gebruikt bijvoorbeeld bij tabak kunt als geen ander duidelijk maken wat verslaving is. Dat je er eigenlijk vanaf wilt maar dat het je niet lukt. Dat de verslaving zo snel gegaan is. Je kind ziet dan jouw sterke punten maar ook de valkuilen waarin je eventueel gelopen bent.
Maak je je zorgen dat je kind door het gamen het contact met leeftijdsgenoten verliest en te weinig “echt leuke dingen” doet, zoals buiten spelen of sporten?
Kinderen houden van spelen en digitaal spelen hoort daar nou eenmaal ook bij. Als leeftijdsgenootjes allemaal online zijn is het niet altijd verstandig om je kind het gamen te verbieden en verplicht buiten laten spelen.
Verdiep je daarom in het gamegedrag van jouw kind. Samen een keer gamen kan hierbij zeker helpen. Dit voorkomt overbezorgdheid, maar helpt je ook met het stellen van duidelijke regels. Belangrijk is dat deze regels aansluiten bij de beleving van jouw kind. Zo werken ze waarschijnlijk beter.
Het Trimbos Institute geeft je ook wat extra tips en handvatten om met je kind over het gamen te praten en gezond grenzen stellen: Tips voor ouders van ‘gamers’.
Bel ons! Je kunt tijdens kantoortijden contact opnemen met een van onze experts met vragen over het gebruik of gedrag van je kinderen of vragen over opvoeding.
We zijn bereikbaar op: 088 382 28 87
Wij beiden ook regelmatig op verschillende plekken spreekuren waar je kunt binnenlopen met vragen en iemand persoonlijk spreken. Medewerkers gaan graag met je in gesprek over alcohol, drugs, gokken, games of social media.
Lachgas is de naam voor het gas distikstofmono-oxide (N2O). Het werd al in 1776 ontdekt. Lange tijd was het een narcosemiddel in ziekenhuizen. Tegenwoordig wordt het vooral gebruikt om slagroom te maken. Maar het is ook populair als partydrug.
Een kleine groep jongeren (1 tot 2 procent) drinkt regelmatig drie of meer blikjes per dag, dus dagelijks minstens 750 ml. Hierdoor lopen zij het risico gezondheidsklachten te krijgen. Deze jongeren vertonen ook vaker ander risicogedrag, zoals roken en meer alcohol drinken, ten opzichte van jongeren die geen energiedrank drinken.
Wat zijn energiedranken?
Energiedranken zijn koolzuurhoudende dranken zonder alcohol, met een hoger gehalte aan cafeïne dan andere frisdranken. Energiedranken zijn voornamelijk te koop als blikjes. Een blikje van 250 ml bevat ongeveer 80 mg cafeïne. Energiedranken zijn niet hetzelfde als sportdranken. Sportdranken (zoals bijvoorbeeld AA drink of Aquarius) bevatten geen cafeïne maar suikers en zouten.
Wat zijn de risico’s?
- Energiedrankje worden vaak snel gedronken kan worden. Daardoor is er een grotere kans op een te hoog cafeïnegehalte in het bloed, dan bij het drinken van koffie. Darmee ontstaat er ook een grotere kans op de negatieve effecten van cafeïne en een cafeïnevergiftiging.
- Er bestaat de kans dat iemand minder lang en goed slaapt wanneer die 2 blikjes of meer per dag drinkt. Bij langer gebruik is er kans op chronisch slaaptekort met een verhoogde kans op depressie.
- Er vindt een verhoging van bloeddruk en hartslagfrequentie plaats. In combinatie met intensief bewegen of alcohol kunnen signalen van uitdroging onderdrukt worden.
Kun je verslaafd raken aan energiedranken?
Met name de stoffen cafeïne en taurine zorgen ervoor dat de drankjes verslavend kunnen zijn, omdat ze ‘zo’n lekker effect’ geven. Het lijkt alsof je scherper bent en het heeft een opwekkende en stimulerende werking. De verleiding ligt op de loer er daarom meer en vaker van te willen drinken.
Hoe kun je de risico’s te verminderen?
- Laat kinderen onder de 13 jaar helemaal geen energiedrankjes drinken.
- Laat kinderen vanaf 13 jaar maximaal één blikje van 250 ml per dag drinken.
- Combineer energiedranken nooit met alcohol.
- Combineer energiedranken nooit met andere cafeïne houdende producten.
- Drink niet voor of tijdens het sporten; het is geen dorstlesser.
- Drink genoeg water als je energiedrank drinkt. Doe je dat niet, dan droog je uit.
Als ouder kun je kind helpen goede gewoontes aan te leren over het gebruik van internet. Hier geven we je enkele tips om hierbij te helpen.
- Ben geïnteresseerd in wat je zoon of dochter op online doet. Stel vragen zonder meteen te (ver)oordelen.
- Maak duidelijke afspraken hoe lang en wanneer je kind op internet mag.
- Laat bijtijds weten wanneer de afgesproken tijd bijna is verstreken zodat hij of zij de kans krijgt om even af te ronden.
- Maak duidelijk afspraken over welke sites en apps wel of niet mogen gebruikt worden.
- Praat met je kind over de risico’s van internet.
- Hou toezicht op het internetgebruik van je kind.
- Geef zelf het goede voorbeeld door niet het internet te gebruiken op tijden dat je kind het ook niet mag – bijvoorbeeld als je kind je iets vraagt, of tijdens het eten.
Als je je zorgen maakt dat je kind zijn of haar het internetgebruik niet onder controle heeft, dan contact kan je contact opnemen met ons.
Geen antwoord op je vraag? Neem contact met ons op.
Tips en adviezen
Door middel van flyers bieden we tips en adviezen voor ouders hoe ze hun kinderen kunnen helpen verantwoorde keuzes te maken, voornamelijk als het gaat om alcohol.
- Voorlichting
- Voorlichting
- Voorlichting
- Voorlichting
Activiteiten
Tactus biedt een aantal activiteiten voor ouders van jongeren met een (beginnende) verslaving. Centraal hierin staat je relatie je met jouw kind en communicatie binnen het gezin.