Spring naar content

Internet

Het internet is niet meer weg te denken uit ons leven. Je kunt nu overal ter wereld altijd online zijn. Vaak moet je het ook gebruiken voor school, werk of bankzaken. Maar wat als je meer tijd in de virtuele dan fysieke wereld doorbrengt? Als je angstig en onrustig wordt wanneer je niet online bent? 

Internetverslaving is iets dat mensen van alle leeftijden kan overkomen en is zeker niet iets dat voornamelijk bij jongeren voorkomt. Iemand die veel gebruikmaakt van het internet kan dit evengoed voor werk, studie of andere doeleinden doen. Er is pas sprake van verslaving wanneer er een innerlijke drang naar internetgebruik ontstaat die dwangmatig en je dagelijkse leven op een negatieve manier beïnvloed.

Mensen zijn uiteraard niet letterlijk verslaafd aan internet. Het gaat om verslaving aan een van de vele toepassingen van het internet. Denk hierbij aan sociale media, gamen, chatten en surfen. De verslaving kan aan een andere gedragsverslaving gekoppeld zijn zoals een gameverslaving, koopverslaving of seksverslaving.  

Moet ik me zorgen maken?

De volgende signalen kunnen wijzen op een internetverslaving:

  • Je zit vaak online ook wanneer je bewust probeert te minderen.
  • Je wordt onrustig en angstig wanneer je niet online bent.
  • Je denkt vaak aan wat er zich op internet afspeelt, ook wanneer je niet online bent.
  • Je sluit je af van face-to-face contact met mensen om online te zijn.
  • Je wordt boos en geïrriteerd als iemand je stoort als je online bezig bent.
  • Je gaat lichamelijk achteruit: je beweegt weinig, eet ongezond, slaapt slecht.
  • Je prestaties op school of werk gaan achteruit.
  • Je hebt een verstoord dag- en nachtritme.

Zelf minderen 

Hier een aantal tips om je te helpen als je wilt proberen minder online te zijn. 

  • Doorbreek je patroon
    Maak een lijstje van de redenen waarom je wilt minderen. Bewaar dit lijstje ergens waar je het regelmatig tegenkomt.
  • Maak afspraken
    Spreek van tevoren met jezelf of met anderen af hoeveel tijd je online wilt besteden en welke uren je niet online wilt zijn.
  • Wees voorbereid op moeilijke situaties
    In welke situaties vind je het moeilijk om niet online te zijn? Bedenk van tevoren wat je dan kunt doen. Neem je telefoon bijvoorbeeld niet mee naar de slaapkamer. Neem een boek of tijdschrift mee als je met het openbaar vervoer reist. Leg je telefoon op stil en buiten handbereik als je met je kinderen of vrienden bent.
  • Zoek afleiding
    Zoek iets anders te doen voor de momenten waarop je vroeger online ging. Ga, bijvoorbeeld, een spannend boek lezen, een wandeling maken of begin aan een nieuwe offline hobby zoals schilderen of gitaarspelen. 
  • Haal onnodig apps van je telefoon en zet limieten op je schermtijd
    De meest smart telefoons houden bij hoe lang en met wat je bezig bent op je telefoon. Bestuur deze gegevens. Kijk welke apps je vaak gebruikt en eigenlijk wel zonder kunt. Voor de rest kun je een schermtijdlimiet instellen.
  • Zoek steun
    Samen sta je sterk. Maak je problemen met internetgebruik bespreekbaar zodat mensen op jouw gebruik kunnen letten en je kunnen helpen. Dit kan je partner, een vriend, een ouder of zelfs een leerkracht of collega zijn.
  • Bezoek een zelfhulpgroep
    Je kunt ook hulp zoeken bij een zelfhulpgroep. Hiervoor kun je contact opnemen met Intact Herstel en Zelfhulp.
  • Vraag om hulp
    Lukt het niet? Je hoeft er echt niet alleen voor te staan. Meld je aan voor hulp. Stap te groot? Neem dan contact met ons op om te zien hoe we je verder kunnen helpen.
088 382 28 87
  • Aanmelden

    Je kan je aanmelden via je huisarts. Uiteraard kun je ons ook altijd eerst bellen of met ons chatten voor advies.

Meer over internet

Veelgestelde vragen

86,7%

gebruikt het internet (bijna) dagelijks

In Nederland had in 2019 97,0% van de bevolking van personen 12 jaar of ouder toegang tot internet. 86,7% gebruikt het internet ook (bijna) dagelijks.

Meeste beschikbare apparatuur om meet te internetten zijn:

  • Mobiele telefoon en smartphone: 92,1%
  • Laptop of netbook: 83,3%
  • Tablet: 71,0%
  • PC of desktop: 54,3%
  • Smart TV: 60,2%
  • Spelcomputer met internetverbinding: 33,1%
bron: CBS

Over internet in ons kennisplein