“We willen een brug slaan tussen verslavingszorg en LVB-zorg”
Een deel van de cliënten met een LVB (licht verstandelijke beperking) wordt zowel binnen als buiten de verslavingszorg nog niet altijd herkend als LVB’er. Collega Arjan geeft interne en externe trainingen over LVB en verslaving en legt uit wat het belang daarvan is: “Als je niet herkent dat iemand een licht verstandelijke beperking heeft kun je de plank flink misslaan.”
Kun je een voorbeeld geven van de trainingen die je geeft?
“De training ‘Verslaving en LVB’ geef ik het meest, vooral binnen Tactus. Als ik de training binnen Tactus geef, besteed ik minder tijd aan het verslavingsaspect: dat weten onze mensen al. Dan gaat het dus vooral over LVB: wat is een licht verstandelijke beperking nou precies, hoe zit het met IQ en EQ, wat moet er anders qua communicatie et cetera. Als ik de training bij een LVB-instelling geef, richten we ons meer op het verslavingsaspect: dat is vaak nieuw voor hen, terwijl ze meer weten over LVB.”
Wat is het belang is van dit soort trainingen?
“Intern is het voor onze medewerkers heel belangrijk om te weten met wie je te maken hebt. Als iemand een LVB heeft moet dat wel herkend worden, anders slaat de behandeling bijvoorbeeld niet of minder goed aan. LVB’ers knikken bijvoorbeeld vaak ja of zeggen ja, terwijl ze het vervolgens buiten niet meer goed weten. Daar moet de behandeling op worden aangepast. Vaak ziet men door de ‘streetwiseheid’ en het gedrag niet direct dat het gaat om een LVB’er. Leer je dat herkennen, dan kun je er rekening mee houden. Je past je eigen communicatie aan: je wordt niet kinderachtig, maar je zinnen worden duidelijker en korter. Als de cliënt jou niet begrijpt, ben jij diegene die zich moet aanpassen, bijvoorbeeld door communicatie en of bejegening.
Bij LVB-instellingen is er kennis over LVB in huis, maar vaak nog te weinig over verslaving. Men heeft vaak een eigen visie op verslaving en het klinkt soms nog heel straffend ‘het mag niet’ of ‘hij kan niet blijven want hij heeft geblowd’. Onder andere door zo’n training leer je dat deze cliënt de juiste ondersteuning nodig heeft en dat je het eerder kan zien als een psychische aandoening dan onwelwillendheid. Kort gezegd willen we dus een brug slaan tussen verslavingszorg en LVB-zorg. Gelukkig zijn er tegenwoordig steeds meer samenwerkingsverbanden: dat is echt nodig.”
Wat houden de trainingen dan precies in?
“Bij een interne training binnen Tactus kijken we onder andere naar wat een verstandelijke beperking precies is, hoe dat te herkennen is, welke bejegening daarbij hoort, hoe je je taalgebruik aanpast en wat je in je eigen omgeving kunt doen. We gaan bijvoorbeeld ook kijken op een afdeling wat daar verbeterd kan worden voor het beter functioneren van een LVB-cliënt. Een groepsrooster kan bijvoorbeeld erg moeilijk af te lezen zijn voor deze cliënten, dan maken we een eenvoudiger programma dat op hun eigen deur kan hangen. Of we maken een gebruiksaanwijzing voor de wasmachine, waarbij weinig tekst en pictogrammen gebruikt worden.
Zonder kennis over LVB kan er irritatie of onbegrip ontstaan: maak je met iemand een afspraak en diegene komt steeds niet opdagen, dan raak je al snel geïrriteerd. Als je herkent dat het om een LVB’er gaat, weet je dat hij of zij misschien geen tijdsbesef heeft of niet kan klokkijken. Het kan ook zo zijn de cliënt het veel te spannend vindt om op deze afspraak te komen. Daar moet je je als zorgverlener op aanpassen.
Bij LVB-instellingen gaan de trainingen vooral over middelenkennis, het signaleren van een verslaving en het bespreekbaar maken ervan. We kijken ook wat de visies zijn van jou, je team en je organisatie. Andere belangrijke aspecten van de trainingen zijn de bejegening naar de cliënt toe en verdiepen in wat verslavingsgedrag nou is. Als je geen kaas hebt gegeten van wat verslaving is, dan snap je niet wat craving is en hoe heftig trek kan zijn. Dan raak je misschien geïrriteerd als iemand terugvalt en denk je dat diegene gewoon niet wil veranderen. Door de training leer je dat terugvallen bij verslaving horen en dat dat vrij normaal is onderweg naar herstel.”