Van thuisloos terug naar een eigen plek met een leven in de maatschappij
Er lijkt rond de kerst een piek te liggen aan media-aandacht voor mensen die dakloos zijn. Als de vorst weg blijft, neemt de aandacht af. Kille cijfers zonder gezicht duiken af en toe op in de media. Het gaat om een grote groep mensen die geen eigen woonplek heeft, geen eigen adres en dus aan de rand van de samenleving probeert te overleven.
De typische dakloze, man in het park, met vele jassen over elkaar om zich enigszins tegen de kou te beschermen op een bankje. En in zicht de alcoholische versnapering. De wandelaar loopt er met een boog om heen. Het zijn vertrouwde gezichten voor de mensen in de buurt. Soms kunnen deze daklozen rekenen op medeleven van de buurtbewoners en krijgen ze op vaste tijden eten.
Ronald is niet zo’n zichtbare dakloze man. Hij zit niet meer tijd in het park dan de gemiddelde burger. Hij is netjes gekleed en niemand denkt aan een dakloze als ze hem zien. Ronald is al negen maanden thuisloos. Hij heeft de relatie met zijn vriendin beëindigd na tien jaar samengewoond te hebben. Het huis stond op haar naam en hij kon vertrekken. Hij woonde in Duitsland en handelde daar in witgoed.
‘Ik heb alles achtergelaten. Die handel van mij was zwart. Ja, ik kreeg er ook zwarte handen van.’ Ronald lacht zijn pijn even weg maar de ernst van zijn situatie maakt zijn leven zwaar en uitzichtloos.
‘Ik werkte zo wat bij, zij werkte ook en zo hadden we het goed. Totdat ik een keer eerder thuiskwam en mijn vriendin boven was. Met een ander in bed. Het cliché. Ik had geen keus. Ik ging weg en ben naar mijn geboortestad in Nederland gegaan. Ik heb hier nog wat familie en oude kameraden. Met de meeste van die kameraden gaat het niet goed. Ze gebruiken drugs en drinken veel en ik gebruikte in Duitsland wel eens wat, maar had controle. Nu gingen alle remmen los. Ik zit nu vol in gebruik. Drugs en alcohol. Ik had elke nacht wel een slaapplek. Maar ik kon niet naar bed als ik dat wilde want op de bank zaten tot diep in de nacht mensen te gebruiken en ik kon pas gaan liggen als zij vertrokken. Ik gebruikte dus volop mee. In het begin had ik nog wat geld en ik ben later mijn gouden sieraden gaan verkopen. Ook mijn werkbus heb ik verkocht. Zo kon ik het dus wel even uitzingen. Dacht ik, want gebruik slokt al het geld in no time op’.
Ronald was in die periode thuisloos. Geen adres en geen eigen woonplek, maar wel onderdak bij bekenden. Geen zekerheid. ‘Ik zit wel zo in elkaar dat ik direct wegga, als iemand ook maar iets zegt over mij. Ik voel mij dan gelijk te veel. Dan ben ik weg en dat heeft ertoe geleid dat ik ook al enkele nachten in portieken heb geslapen. Mensen willen je wel onderdak geven als je ook iets meeneemt. Maar als alles op is, raken ze je snel zat en stond ik dus buiten. De groep waar ik kan slapen is erg klein geworden.’
Sinds een week slaapt Ronald in de nachtopvang en dit bevalt hem goed. Hij had het beeld dat het vol gebruikers zat en hier vond hij zichzelf niet tussen passen. Hij beseft nu dat hij niet anders is dan de andere bezoekers van deze nachtopvang. Hij heeft zich aangemeld voor behandeling bij Tactus en hij is aangemeld voor een plek binnen de 24-uurs opvang van Humanitas. De eerste cruciale stap is al gezet, het krijgen van een postadres. Van dakloos terug naar een eigen plek met een leven in de maatschappij. (MH)
Gerelateerd
- Tactus in Beeld
- Werken bij
- Tactus in Beeld
Geef een reactie